Zilveren erepenning voor dirigent Joop Schets

Brahms en Bernstein – Prachtige combinatie

Joh. Brahms – Ein Deutsches Requiem
L. Bernstein – Chichester Psalms

Bachkoor Apeldoorn o.l.v. Joop Schets, Heleen Koele, sopraan, Dave ten Kate, countertenor, Leon van Liere, tenor, Frans Fiselier, bas.
Begeleiding: Het Gelders Orkest

Gehoord: Orpheus, Apeldoorn, 15 november 2019

Door Maarten Mestrom

APELDOORN – In 1995 begon ik met recenseren voor de Apeldoornse Courant. In vrijwel dezelfde periode startte Joop Schets als dirigent bij het Bachkoor. Eerst heel even als invaldirigent, maar de klik met de ambitieuze zangers was er en al snel vormden Bachkoor en Schets een muzikale twee-eenheid. In de jaren die volgden leidde de muzikale aanpak van Schets, in combinatie met de musici van het Gelders Orkest, tot een groot aantal gedenkwaardige uitvoeringen. Uiteraard met als rode raad de jaarlijkse Matthäus. Maar daarnaast toonde Schets een doordachte en brede visie op oratoriumrepertoire en brak hij een lans voor minder bekende en minder voor de hand liggende werken, die altijd een uitvoering kregen waaruit beheersing van muzikale ambacht en doorleefd respect voor de intenties van de componist sprak.

En nu nadert dan het einde van het tijdperk Joop Schets. Nog één laatste Matthäus Passion in april en dan is het ‘over’. Dat confronteert de luisteraar met vergankelijkheid. Geen bestemming lijkt dichterbij maar is onbereikbaarder dan gisteren. Daarom was het mooi dat tijdens dit herfstconcert in het teken van het naderend afscheid Ein deutsches  Requiem van Johannes Brahms werd gecombineerd met de Chichester Psalms van Leonard Bernstein. Een Jood en een Duitser die beiden, ten diepste geïnspireerd door teksten uit (vooral) het Oude Testament, grootse composities schrijven, verschillend van muzikale vorm maar overeenkomstig in hun achterliggende idee: uiteindelijk staat de nietige mens met lege handen tegenover het Grote Mysterie van leven en dood waar hij zich – hopelijk in vertrouwen – aan moet overgeven. Het is de essentie van het leven en het levert steeds weer de mooiste muziek op. Ook Bernstein en Brahms gingen tot de bodem van hun compositorisch kunnen om de existentiële levensvraag in klank te vangen.

Herfstig
Brahms bouwt op vanuit een diepe stilte, met herfstige melodieën waar deze componist patent op lijkt te hebben. Ein deutsches Requiem heeft iets bezwerends met herhalende thema’s die je soms even het gevoel geven dat je naar Philip Glass zit te luisteren. Zoals het in een – weliswaar vrijzinnig maar toch – Christelijk oratorium betaamt, wordt de toehoorder met zijn sterfelijkheid om de oren geslagen tot de spreekwoordelijke laatste bazuin weerklinkt die verlossing en hoop aankondigt, in welke vorm dan ook. Het leverde fraaie passages op voor de kopersectie en zeer dankbare partijen voor de paukenist.
Na heel even een wankel begin bij de fluiten, klonk het hele orkest prachtig. Het blijft voor een koor lastig om in de grote zaal van Orpheus over het orkest heen te komen, zelfs al staan er 100 mensen uit volle borst te zingen. Toch was de gedekte koorklank artistiek gezien in Brahms verdedigbaar, het leidde tot een bezonken patina. Goed dat ervoor was gekozen de (vertaalde) tekst op een scherm te projecteren.

Jazztonaliteit
Niet alleen qua inhoud, ook qua tijdsduur laat het lange Ein deutsches Requiem zich prima combineren met de circa twintig minuten durende Chichester Psalms. Prachtige twintigste-eeuwse religieuze muziek en een waar luisteravontuur. Je hoort wendingen die even de gedachten doen dwalen richting The West Side Story – de beroemde musical van Bernstein – en begeleidende passages in de strijkers waarin de kleine terts – grote terts beweging; het mengen van majeur en mineur dat zo kenmerkend is voor jazz- en bluestonaliteit de compositie tot een archetype maakt voor de tijd van haar ontstaan.

Het gestemde slagwerk geeft het stuk een heel eigen kleur en de Psalms bevatten veel zeer originele passages zoals het solo-cellokwartet waarvan de stemmen worden overgenomen door de vier vocale solisten en de mooie – en spannende – trompetsolo aan het slot.

Tijdloos en bijzonder is het tweede deel, de solo voor countertenor op de tekst van Psalm 23. Buitengewoon fraai gezongen door countertenor Dave ten Kate. Mooi was ook de bijdrage deze avond van Heleen Koele met haar als altijd deemoedige en van pathos gespeende sopraan. Ook tenor Leon van Liere en bas Frans Fiselier leverden uitstekende bijdragen. Het koor kwam aan trefzekerheid en techniek tekort voor de finesses van deze moeilijke muziek maar het blijft een grote prestatie dat het überhaupt lukt om de Psalms op een behoorlijk niveau uit te voeren.

Na afloop van dit waardevolle herfstconcert ontving Joop Schets de Zilveren erepenning van de gemeente Apeldoorn uit handen van wethouder Detlev Cziesso als – terechte – blijk van waardering voor zijn bijdrage aan het culturele leven in Apeldoorn.